De vereniging met toekomst weet technologie en menselijk contact slim te verbinden. bijvoorbeeld in een community. Wie kan beter uitleggen wat een community voor een vereniging kan doen dan Guido Verboom, bestuurslid van Community Managers Nederland
door Katja Keuchenius
Guido Verboom en ik zijn in gesprek als relatief jonge bestuursleden – met 41 en 28 jaar – van onze beroepsverenigingen. Hij van Community Managers Nederland (CMNL), ik van de sectie Freelance journalisten van de Auteursbond. We doen het allebei naast ons gewone werk.
Weten waarvoor | “Iedereen weet dat jongeren niet meer automatisch lid worden van een vereniging. Maar dat betekent niet dat verenigingen geen toekomst hebben”, denkt Guido Verboom. Bestuurders moeten volgens hem gewoon de ‘what’s in it for me’ van iedereen in de gaten houden. als voor leden de toegevoegde waarde wegvalt, zijn ze immers zo weer weg. Ook hun eigen, persoonlijke doelen kunnen bestuursleden maar beter helder voor ogen hebben, tipt hij. Verboom is zelf bijvoorbeeld bestuurslid omdat hij er veel leert, plezier haalt uit nieuwe dingen opzetten en een netwerk opbouwt. “Je moet goed weten waarom je het doet en daar met de rest van het bestuur open over zijn. Wat voor mij een rotklus is, draagt voor de ander juist bij aan zijn doel.”
Eigen community | Verboom besteedt zijn werkweek uiteraard vooral aan het managen van een online community, en wel die van het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG). Hij vertelt me wat dat inhoudt, community managen, en krijgt me enthousiast om daar misschien ook aan te beginnen met onze journalisten. Verboom was al aan het werk bij NHG toen het bestuur besloot te beginnen met een online community voor de leden, op een eigen platform. Dat was eerst vooral een technische klus, maar ging later steeds meer over sociale interactie. “Zo vond ik mijn passie, met mijn achtergrond in culturele antropologie”, zegt Verboom. Hij wilde meer aan communitymanagement doen en zag een oproep voor een nieuw bestuur van de slapende vereniging van communitymanagers, CMNL. “Yes”, dacht Verboom, “dat is precies wat ik zou willen.”
Gemakkelijke groep | De communitymanagers zelf hadden in het begin nog geen eigen communicatieplatform. Ze zochten elkaar op in een LinkedIngroep, maar daar kwam nauwelijks goede interactie op gang en was het verleden moeilijk terug te halen. Dus koos het bestuur voor een nieuw platform, met Verboom als een van de beheerders. “Het is heel gaaf om te zien wat daar allemaal gebeurt”, zegt hij. Het platform helpt bijvoorbeeld om aspirantleden beter te leren kennen, kennis uit te wisselen en te zien wat er allemaal speelt. Verboom managet dus een community van communitymanagers, merk ik op. Heeft dan niet iedereen een mening over hoe hij dat doet? Verboom lacht. “Nee, ik ben nog niet afgezeikt. Maar misschien hoor ik dat zelf dan weer niet.”
Communitymanagers zijn eigenlijk een hele gemakkelijke groep om een community voor op te zetten. Ze zijn online al heel sociaal ingesteld en bezig met kennis delen en openheid creëren over verschillende manieren van werken. “Hmm”, mijmer ik hardop. “Dat is waarschijnlijk anders bij onze vereniging. Veel journalisten zijn geloof ik meer geïnteresseerd in borrels. Vooral onze oudere leden worden vast niet zomaar actief online.”
Online en Offline
Een communitymanager verbindt online en/of offline mensen met elkaar rond een gemeenschappelijk thema met:
Gevoel Communitymanagers zijn veel online bezig, maar offline evenementen maken een community volgens Verboom pas krachtig. “Daar krijg je echt gevoel voor dingen. Het doel van elke online community ligt uiteindelijk ook offline.”
Luisteren Naar je leden moet je vooral luisteren op borrels en in persoonlijke gesprekken. NHG houdt daarnaast jaarlijks een enquête die maar liefst de helft van de beoogde respondenten invult. Dat komt volgens Verboom omdat leden weten dat er iets mee wordt gedaan. “Wees niet teleurgesteld als bij een eerste enquête maar 3% antwoordt. Laat eerst maar eens zien dat je de input serieus neemt.”
Discussie De grote kracht van online vindt Verboom dat het niet tijd- en plaatsgebonden is. Daardoor kan iedereen zijn zegje doen. “In bestuursvergaderingen snoepen mensen met het hoogste woord de meeste tijd. Online kan iemand die niet met zijn vuist op tafel slaat toch in een uitgebreid betoog iets heel zinnigs zeggen.”