Así curo yo

Lokale geneeswijzen in Pichátaro, een Mexicaans dorp.


* `Zo genees ik´ Een uitspraak van Don Domingo die op de voorplaat is te zien terwijl hij zijn eigen benen behandelt met een vooraf geprepareerd kruidenmengsel.

Inleiding

Graag neem ik u mee naar de staat Michoacán in Mexico. Daar, in wat men noemt la tierra fría (het koude land) ligt het dorp Pichátaro. Het ligt op een hoogte van 2400 meter op de grens van het gebied rond het Meer van Pátzcuaro en de Meseta Purépecha (het Purépecha Hoogland). Aldaar heb ik in de zomer van 1999 mijn leeronderzoek uitgevoerd naar het gebruik van lokale geneeswijzen. In deze inleiding zal ik allereerst kort de opzet van het onderzoek aangeven: hoe ik er toe ben gekomen, met welke vraag ik het veld in ben gegaan en met welke onderzoekstechnieken ik heb gewerkt. Daarna zal ik de opbouw van dit verslag geven.

Het onderzoek heeft plaatsgehad in het gebied van de Purépecha´s of Tarasco´s, een van de kleinere inheemse bevolkingsgroepen van Mexico. Wat betreft het onderzoek naar lokale geneeswijzen zijn zij, als op andere terreinen, relatief onbelicht gebleven. In de afgelopen twintig jaar zijn er enkele studies verschenen, geen van deze heeft echter de praktijk van het genezen vanuit een sociaal wetenschappelijk perspectief in kaart gebracht. De een (Sepúlveda 1988) is een literatuurstudie naar de historie van het gebruik van medicinale planten, waarin geen aandacht wordt besteed aan de huidige praktijk. Een ander (Young & Garro 1994) is weliswaar een antropologische studie die zich ook in Pichátaro afspeelt, maar deze richt zich op de keuze die de bewoners maken tussen een van de medische alternatieven en richt zich dus niet op de medische praktijk. Bovendien is deze studie inmiddels gedateerd. De volgende (Consuelo Suárez 1997) is een handboek geschreven door een arts als een zelfhulpboek voor de lokale bevolking en wie daar verder in is geïnteresseerd. Hier is gekeken naar welke planten werkzame stoffen bevatten en alleen die zijn opgenomen.

Het is echter geenszins de bedoeling met dit onderzoek de zojuist geconstateerde leemte te vullen. Dit onderzoek heeft een sterk exploratief karakter, het is vooral een verkenning van het onderwerp.

Onderzoeksvraag en methoden

Vanuit de focus op lokale geneeswijzen, heb ik me uiteindelijk gericht op de volgende onderzoeksvraag:

Op welke wijze gebruiken de bewoners van Pichátaro lokale geneeswijzen bij het omgaan met ziekte?

Deze hoofdvraag valt uiteen in vier elementen: (1) de bewoners van Pichátaro,(2) ziekte, (3) hoe zij omgaan met ziekte en (4) op welke wijze ze daarin lokale geneeswijzen gebruiken.

Mijn onderzoeksstrategie was die van de participerende observatie. Ik heb ervoor gekozen niet alleen mijn onderzoek in Pichátaro te doen, maar daar ook te wonen en zoveel mogelijk deel uit maken van het leven van de Pichatareños (zoals de inwoners worden genoemd) en in het bijzonder van de familie Telles Corona, die mij buitengewoon gastvrij heeft ontvangen. Binnen deze strategie heb ik veel informele gesprekken gehouden. Dit gebeurde met mensen die ik tegenkwam op straat of waarmee ik op andere wijze mee in contact kwam.

De meest belangrijke bronnen van informatie vormen de open interviews en informele gesprekken die ik heb gedaan. Deze vonden over het algemeen plaats bij de mensen thuis, op straat of in enkele gevallen (dokter etc.) op het werk. Aan de ene kant heb ik geprobeerd enkele interviews met “de gewone man of vrouw” te houden om op die manier een beeld te krijgen hoe zij leven en op welke manier ze gebruik maken van lokale geneeswijzen. Aan de andere kant heb ik enkele interviews gehouden met sleutelfiguren zoals de dokter, een verpleegster, een onderwijzer en de pater. De kern vormt echter de interviews die ik met de zogeheten curanderos heb gevoerd. In totaal heb ik ongeveer 20 interviews gedaan in het veld en vier buiten het veld. Deze interviews zijn opgenomen op band.

Begripsvorming

Zoals gezegd heeft mijn onderzoek zich gericht op het gebruik van lokale geneeswijzen in Pichátaro. Zo simpel als dat klinkt, zo lastig was dat voor mezelf duidelijk te krijgen. Ik reisde af naar Pichátaro met het idee onderzoek te doen naar medicinale planten. Toen echter bleek dat ook andere zaken zoals de lebmaag van een hert en het gemalen karkas van een stinkdier werden gebruikt, leek het mij merkwaardig me alleen tot de planten te beperken. Vooral ook omdat het in combinatie wordt gebruikt. Er worden middelen ingezet om ziektes te bestrijden waarvan de planten slechts een onderdeel vormen. Het gebruik van medicinale planten viel dus weg als overkoepelende term voor wat ik had onderzocht. Hierop nam ik mijn toevlucht tot vaak gebruikte termen als natuurlijke of traditionele geneeswijzen. Dat klinkt meteen ook zo mooi romantisch. Maar die voldeden ook niet. Aan coca-cola met maïzena is in de algemene opvatting weinig natuurlijks en om het traditioneel te noemen gaat ook voorbij aan het gene wat met dat woord wordt geïmpliceerd. De term die ik zocht moest dus zowel open houden welke materie er gebruikt werd als hoe lang de kennis al bestond.

Uiteindelijk (in een woelige nacht) kwam ik op de term lokale geneeswijzen, die de hele lading lijkt te dekken. Want het enige onderscheidende element in de geneeswijzen die ik had onderzocht was dat ze daar op die plek voorkwamen.

Door mijn focus niet te beperken tot het gebruik van medicinale planten, zoals aanvankelijk mijn bedoeling was geweest, maar me open te stellen voor het geheel van lokale geneeswijzen, kreeg ik naar mijn idee een beter beeld van de werkelijke praktijk. Dit in tegenstelling tot de meeste soortgelijke studies van deze regio. Vaak richten deze zich slechts op het gebruik van planten, mede doordat er bij etnomedicinale studies vaak botanisten zijn betrokken. Ook dokter Consuelo, die in onze gesprekken duidelijk maakte dat ze wel kennis had van de niet-plantaardige bestanddelen, had dit niet in haar boek opgenomen.

Opbouw van het verslag

Ik zal mijn onderzoeksverslag beginnen met een introductie op de locatie van mijn onderzoek. Kort zal ik het plaatsje Pichátaro en haar inwoners beschrijven. In paragraaf 2 zal ik de tweede deelvraag beantwoorden door een beeld te geven van wat belangrijke gezondheidskwesties in Pichátaro zijn en welke concepten haar inwoners gebruiken betreffende gezondheid en ziekte. In de derde paragraaf zullen de verschillende behandelingsalternatieven centraal staan. De vierde paragraaf zal zich richten op welke lokale geneeswijzen er op welke manier gebruikt worden. Dit wordt aangevuld met de gegevens in bijlage 1 en 2. De vijfde ten slotte bevat enkele concluderende opmerkingen

1. Pichátaro

Bron: Young and Garro 1994: 16


Figuur 1: Kaartje van het Purépecha gebied

De omgeving

Zoals gezegd ligt het dorp Pichátaro in la tierra fría op de grens van het gebied rond het Meer van Pátzcuaro en de Meseta Purépecha (het Purépecha Hoogland). Dit laatst genoemde hoogland is een vulkanisch plateau wat door zijn hoogte vrij koel is. Het gebied rond het Meer van Pátzcuaro is iets warmer. Rond het steeds verder uitdrogende meer ligt een cirkel van dorpjes, waar allerlei verschillende soorten van handwerk worden gedaan. Samen met het vriendelijke stadje Pátzcuaro vormt het een aantrekkelijke plek voor toeristen.

Het uitdrogen van het meer is niet het enige ecologische probleem wat de regio teistert. Van nature is het gebied rond Pichátaro erg bosrijk, maar voornamelijk door het gebruik van hout voor het vervaardigen van meubels is het bos langzaam aan het verdwijnen. Om dit tegen te gaan zijn er, met wisselend succes, verschillende herbebossingprojecten opgezet. Een ander ecologisch probleem vormt de omgang met afval. Dit wordt vaak langs de straten vlak bij het dorp gedumpd. Zie voor een diepgaande beschouwing hierover Afval is rijkdom van David Polak (1999).

Zo´n dertig kilometer van Pichátaro ligt de plaats Pátzcuaro, dat momenteel het belangrijkste sociale, culturele en economische centrum voor Pichátaro is. Het is over het algemeen de plaats voor de niet-dagelijkse boodschappen of voor grote hoeveelheden, zo haalde de familie[1] bijvoorbeeld de verfspullen in Pátzcuaro. Ook zijn hier enkele uitgebreidere medische voorzieningen aanwezig.


Bron: Young and Garro 1994: 19

Figuur 2: Kaartje Pichátaro

Het dorp

Het is zes augustus, het feest van La preciosa sangre de Christo (zie blz. 17) is in volle gang. Er is net een uitvoering geweest van Los viejos (`de oudjes´), een traditionele dans waar als oude blanken verklede dansers de draak steken met de Spanjaarden. Op het podium heerst onrust. De volgende act laat al enige tijd op zich wachten. Er wordt heen en weer gefluisterd, jongetjes worden op onderzoek uitgestuurd. Dan neemt Benjamin Gonzales, de hoofdonderwijzer het woord en vertelt de inwoners de ontstaansgeschiedenis van het dorp.

Hij vertelt over hoe er in de zestiende eeuw twaalf afzonderlijke dorpjes waren rond de plek waar nu Pichátaro ligt. Tot in 1521 Nuño de Guzmán, een Spaanse veroveraar, de dorpjes wil samenvoegen. Hij stelt de inwoners een ultimatum, maar als hij arriveert op de gestelde datum is de gehele bevolking weggetrokken in de bergen. Guzmán gaat onverrichter zaken verder en wordt later de stichter van de stad Guadalajara. Later wordt er echter weer een poging ondernomen door de Spanjaarden. Vijf dorpjes plegen verzet en worden verwoest. De andere zeven worden samengevoegd en vormen wat nu Pichátaro is. En de zeven dorpjes zouden nog steeds terug te vinden zijn in de zeven barrios (wijken).

Zoals de meeste dorpen in de omgeving bezit Pichátaro een centraal plein, over het algemeen aangeduidt als La plaza, waar de kerk aan ligt. In het geval van Pichátaro zijn dat overigens twee kerken. Een oude enigszins vervallen en een nieuwe die in de jaren zeventig is gebouwd, toen vanwege de bevolkingsgroei de oude te klein werd. Het dorp bestaat uit zeven barrios te weten: San Miguel, San Bartolo I, San Bartolo II, San Tomás I, San Tomás II, Santos Reyes en San Francisco (zie het kaartje op blz. 14). Zoals eerder gezegd zou elke wijk zijn oorsprong hebben in een van de plaatsjes van waaruit Pichátaro is ontstaan. Volgens de bewoners had vroeger elke wijk ook zijn eigen kapel en nog steeds heeft elke barrio zijn politieke invloed door de encabezadas, de vertegenwoordigers van de wijk.

Het dorp is verder verdeeld in twee gedeelten abajo (beneden) en arriba (boven) (zie ook hiervoor het kaartje op blz. 14). Tot enkele jaren geleden was er nog een rivaliteit tussen de twee delen, maar die lijkt inmiddels verminderd en de bewoners zien zichzelf momenteel meer als een inwoner van een van de barrios dan dat zichzelf aanduiden als komend van abajo of arriba. Er is echter nog steeds een statusverschil tussen de twee gedeeltes.


Figuur 3: Een troje

De huizenbouw in Pichátaro is typisch voor de omgeving. Het erf wordt meestal afgescheiden door een betonnen muur aan de straatkant. Op het erf staat dan een voor de omgeving typisch vierkant houten huis: een troje. Het straatbeeld wordt de laatste jaren meer en meer bepaald door de werkplaatsen van houtbewerkers die hun werkplaats in een open ruimte aan de weg hebben waar veel van hun artesanias (ambachtelijk vervaardigde voorwerpen) te koop worden aangeboden.

De mensen

De bevolkingsgroep waar de inwoners van Pichátaro toe behoren is de Purépecha (ook P´urepecha of Phurepecha) of Tarasco. Volgens James Clay Young is het verschil tussen deze namen dat de ene (Tarasco) is hoe ze door anderen genoemd werden en de ander (Purépecha) hoe ze zichzelf noemen (Young & Garro 1994: 17). Er zijn echter ook bronnen die aangeven dat de beide aanduidingen uit de eigen taal komen en ooit hebben verwezen naar verschillende groepen binnen de eigen samenleving.

Op dit moment is het aantal Purépecha om en nabij de honderd duizend. Hiervan zou nog tien procent monolinguïstisch zijn en dus geen Spaans spreken. In Pichátaro ben ik echter geen monolinguïstische personen tegengekomen. De tante van Doña Brigida is de enige die vrijwel altijd in het Purépecha sprak.De taal lijkt enigszins op zichzelf te staan tussen de andere inheemse Mexicaanse talen. Hoewel er een relatie zou zijn met het Zuñi en Quecha zijn deze nog niet bewezen.

Voor veel Pichatareños is de religie een verbindend element. Vrijwel alle Pichateroños zijn katholiek. Er hangen zelfs enkele bordjes op deuren dat men hier met een katholieke familie van doen heeft en dat `propaganda van protestanten of andere sectes´ niet wordt getolereerd. Hoewel sommige inwoners klagen dat iedereen wel zegt dat ze katholiek zijn, maar ondertussen niet naar de kerk gaan, worden de diensten over het algemeen goed bezocht. Iedereen lijkt in zijn huis wel enkele religieuze voorwerpen te hebben. Dit kan variëren van een enkele beeldje of beeltenis tot een bonte verzameling. Ook bij het genezen speelt religie of religieuze beleving vaak een belangrijke rol.


Figuur 4: Marisella en Albana “klappen” de tortillas.

Een belangrijk onderdeel van het gemeenschapsleven in Pichátaro vormen de feesten. Elke dag wordt toegeschreven aan een heilige en vormt daarmee een aanleiding tot een feest. Meestal blijft dit beperkt tot het vieren van de naamdag. Al degenen die naar deze heilige zijn vernoemd vieren op een vergelijkbare manier, en soms zelfs uitgebreider dan de verjaardag. Het belangrijkste feest is het La preciosa sangre de Christo (Het zalige bloed van Christus), ter ere van het gelijknamige beeld in de nieuwe kerk.

Wat betreft de economische activiteit hebben er zich de laatste jaren grote veranderingen voorgedaan.Van oudsher zijn de Pichatereños landbouwers. De belangrijkste gewassen die verbouwd worden zijn maïs en bonen. Een steeds groter gedeelte van het dorp heeft zich echter toegelegd op de houtbewerking. Het lijkt een gebruik in de omgeving te zijn dat een dorp zich op een bepaald onderdeel concentreert. Zo zijn de verschillende dorpen rond het Pátzcuaromeer allemaal op de vervaardiging van een soort product geconcentreerd. De bewoners van het ene dorp maken maskers terwijl een ander zich heeft toegelegd op het pottenbakken. Zo is Pichátaro´s voornaamste productie die van ruw bewerkte meubelen. Het hout wordt uit de omringende bossen gehaald en tot rijk gedecoreerde meubels enandere decoratieve voorwerpen gemaakt. Hierbij worden traditionele thema´s uit de regio gebruikt als bloemen, zonsverduisteringen en paarden. De houtbewerking heeft in de laatste jaren een hoge vlucht genomen.

De genderverhoudingen worden in Pichátaro over het algemeen gekenmerkt door een sterke scheiding tussen het mannelijke en vrouwelijke domein. Het woord `domein´ kan hier zowel fysiek als symbolisch worden opgevat. De fysieke verdeling ligt dan in het werkterrein: van oudsher het land voor de mannen en het huis en erf voor de vrouwen. De andere verdeling is gelegen in wat een man hoort te doen en wat een vrouw hoort te doen. Het belangrijkste aspect hiervan is de verdeling van arbeid. Vrouwen houden zich in principe bezig met huishoudelijke taken, terwijl mannen voor het inkomsten opleverende werk zorgen. Dit is tot op zekere hoogte een versimpeling in zoverre dat er natuurlijk ook wel een grijs gebied is wat door allebei betreden mag worden. Bovendien is het sterk in verandering, bijvoorbeeld doordat steeds meer mannen niet op het land, maar bij het huis gaan werken bijvoorbeeld om houtsnijwerk te maken. Je ziet dat deze verschuiving van fysieke plaats ook zijn invloed heeft op de verhouding en taakverdeling tussen man en vrouw. Zo kwam Pablo, de vader van het gezin waar ik verbleef, vaak ´s ochtends vegen op en rond de werkplaats, terwijl vegen op zich een duidelijke vrouwentaak is.


Concepten


In het volgende gedeelte wil ik een concept behandelen die de Pichatareños zouden gebruiken om hun wereld in te delen. Voor dat te doen wil ik echter waarschuwen voor het gevaar van dit soort concepten. Er bestaat namelijk de mogelijkheid om dit soort concepten als feitelijke werkelijkheid te beschouwen. In hoeverre ik überhaupt het idee heb met dit verslag iets over een feitelijke werkelijkheid te kunnen zeggen, zou ik hier graag extra benadrukken hoe relatief de beschouwingen van deze concepten zijn. Met de nodige voorzichtigheid gehanteerdkunnen ze echter toch een gereedschap zijn om het leven en denken van de mensen dat ik onderzocht heb inzichtelijk te maken. Hieronder zal ik enkele naar mijn idee zinvolle concepten behandelen en aangeven welke relevantie ze zouden kunnen hebben voor het doormij bestudeerde veld.

George Foster is de ontdekker, of bedenker, van the image of limited good.Dit idee speelt een grote rol bij hoe peasant samenlevingen aankijken tegen de verdeling goed en slecht. The image of limited good houdt in dat alles maar in beperkte mate beschikbaar is, als ware het een taart waar slechts een beperkt aantal punten van af gesneden kan worden. En alles refereert hier niet alleen aan materiële zaken, maar ook bijvoorbeeld gezondheid, welzijn, vriendschap, liefde, mannelijkheid, respect en veiligheid komen maar in beperkte mate voor (Foster 1979: 122–5). Het is niet alleen zo dat alles slechts in bepaalde hoeveelheden aanwezig is, het is ook op generlei wijze door de mensen te bewerkstelligen dat de hoeveelheid wordt vergroot. Om de vergelijking van de taart door te trekken, ze krijgen de taart gepresenteerd zonder dat ze invloed kunnen uitoefenen op de grootte van (het stuk van) de taart (Foster 1979: 123–5). Belangrijkste implicatie van dit idee is dat al het goed wat een persoon zich verschaft altijd ten koste gaat van een ander. Als iemand een groter stuk van de taart neemt betekent dit dat er minder over is voor de anderen. Om iedereen tevreden te houden binnen de samenleving is het dus van essentieel belang dat alles zo gelijk mogelijk verdeeld wordt. Als iemand ergens meer dan gemiddeld van heeft, moet dit worden teruggebracht tot het gemiddelde, maar ook als iemand een tekort heeft van een bepaald aspect dan is het de taak van de gemeenschap om de gelijkheid weer te herstellen.

Zoals gezegd wordt ook van gezondheid verondersteld dat zij slechts in beperkte mate aanwezig is. Anders dan bij bijvoorbeeld welvaart gaat vergroting hier niet ten koste van anderen (Foster 1979: 129). Hierop zal ik verder ingaan in een aparte paragraaf in het hoofdstuk Concepten en oorzaken van ziekte.

Tot slot dienen er nog twee opmerkingen gemaakt te worden over the image of limited good. Ten eerste is het een model wat George Foster op basis van geobserveerd gedrag heeft geformuleerd. De Tzintzuntzeños, of welke andere peasentsamenleving dan ook, zijn zich niet bewust van dit idee. Het is een wetmatigheid in hun gedrag die door anderen als zodanig herkend is. Zoals elk model is het slechts een interpretatie die houvast geeft om de mensen en hun gedrag te analyseren. Bijna per definitie loopt zo´n interpretatie van de werkelijkheid mank, maar het biedt de onderzoeker een manier om gedrag te verklaren (Foster 1979: 122).

Ten tweede gaat het model uit van een gesloten systeem, een kleine gemeenschap die nauwelijks contact heeft met de buitenwereld. Inmiddels zijn er echter vrijwel geen peasant samenlevingen meer die compleet geïsoleerd leven. Door aanraking met de westerse wereld en de schijnbare onuitputtelijkheid van rijkdom en wordt het idee steeds minder dominant binnen de peasant-gemeenschappen

Waarschijnlijk even algemeen geldend als het image of limited good is envy. Ze hangen dan ook sterk samen. Omdat alles slechts in beperkte mate aanwezig en dus de verrijking van de één, verarming van de ander tot gevolg heeft, wordt er met argusogen naar elkaars verrichtingen van elkaar gekeken. Op het moment dat iemand meer heeft dan gemiddeld ontstaat er afgunst of envy tegenover diegene, waardoor het evenwicht in de gemeenschap in gevaar komt (Foster 1979: 185). Mijn ervaring is ook dat de mensen heel nieuwsgierig zijn. Aangezien de familie waar ik verbleef vrij gesloten naar de rest van het dorp was kreeg ik daar ook nog wel eens vragen over, of toespelingen op hoe rijk ze zouden zijn.

2. Gezondheid

Gezondheidsproblemen

Het lichamelijk welbevinden in Pichátaro wordt geconfronteerd met een aantal problemen. Een hiervan is de hygiëne. Er is geen riool; wc´s zijn vaak een gat in de grond met daar een klein gebouwtje op. Verder loopt een groot aantal dieren los door het dorp, zoals koeien, ezels, varkens en een enorm aantal honden. De honden op zich zorgen al voor een gezondheidsprobleem. Door de vele uitwerpselen die ze achter laten, de ziektes en soms zelfs open wonden die ze hebben.

Een ander probleem is het hoge alcohol verbruik onder de bewoners. Er zijn verschillende anonieme alcoholisten clubs, maar nog steeds wordt er vaak buitenissig veel gedronken. Buiten de directe gevolgen hier van voor de gezondheid, zijn er ook allerlei indirecte gevolgen doordat de borachos, zoals de dronkaards genoemd worden, vaak de weg naar huis niet meer vinden en in de buitenlucht de nacht doorbrengen.

Verder is de watervoorziening niet van erg goede kwaliteit, maar het is me niet duidelijk geworden in hoeverre dit een gezondheidsprobleem is. De locals hebben er niet heel veel moeite mee en de gematigde hoeveelheden die ik zelf gedronken heb, lijken me ook niet te hebben geschaad. Een keer werd een griepje van mij zelfs in verband gebracht met het mineraal water dat ik had gedronken. Dat water zou ongezond zijn, want de bron lag vlak bij een ziekenhuis.

Wat betreft de meest voorkomende ziektes in Pichátaro laat ik mij leiden door de medicijnen die ik ben tegengekomen. Wat opvalt is dat er veel medicijnen zijn tegen kwalen met betrekking tot de maag. Colicos (kolieken) schijnt een vaak voorkomende kwaal te zijn. Ook bilis en infecties komen vaak voor.

Concepten van gezondheid

Voor de manier waarop ziektes bestreden worden spelen concepten van ziekte en gezondheid een belangrijke rol, en diepergaand zelfs ook de ordeningen van materie en wereldbeelden. In direct verband met gezondheid is het belangrijkste concept wat ik tegen ben gekomen dat van de dichotomie tussen heet en koud. Dit wordt op twee niveaus gebruikt: simpelweg als temperatuur en als intrinsieke kwaliteit van materie (en ook non-materie). Intrinsieke kwaliteit refereert hier aan een eigenschap die de materie eigen is en dus niet bepaald wordt door fluctuerende factoren als temperatuur.


In principe wordt alles wat een mens in kan nemen ingedeeld in een van de kwaliteiten. Maar ook bijvoorbeeld het land waar de boer zijn gewassen op laat groeien kan heet of koud zijn. Hiermee wordt dan verwezen naar de vruchtbaarheid van het land.

Een concept wat wijd verbreid is in Mexico is het idee van goede en slechte ziektes. Goede ziektes worden door God gezonden en zijn te genezen met medicijnen, de middelen die God ons ter beschikking heeft gesteld. Slechte ziektes daarentegen zijn tot stand gekomen door mensen, die hun magie[2] op het slachtoffer uitoefenen. Deze kunnen ook slechts weer genezen worden door middel van magie (Dow 1998: Conceptual models of illness[3]). Young beschrijft dat in Pichátaro het classificeren van een ziekte als `slecht’ over het algemeen niet berust op een direct bewijs dat een ziekte inderdaad door magie tot stand is gekomen, maar eerder voortkomt uit een proces van eliminatie. Als alle mogelijke behandelingswijzen geen baat hebben gehad en het dus schijnbaar niet te genezen is met medicijnen, dan wordt verondersteld dat het wel een slechte ziekte moet zijn (Young & Garro 1994: 65). De behandeling van goede ziektes bestaat dus voor een groot gedeelte uit het toedienen van medicijnen, zowel westerse als inheemse, en het bezoeken van westerse artsen of traditionele genezers. Slechte ziektes kunnen alleen met behulp van magie worden verholpen (Young & Garro 1994: 65) (Dow 1998: Conceptual models of illness). In mijn veldwerk ben ik ook regelmatig het idee van goede en slechte ziektes tegen gekomen. Vaak werden de slechte ziektes in verband brujeria en op deze wijze ook behandeld. Lalo, een van mijn contactpersonen in Pátzcuaro zei dat het vaak als een soort restcategorie functioneerde. Op het moment dat alle andere middelen niet leken te helpen werd veronderstelt dat het dan wel een slechte ziekte zou zijn.

In mijn gesprekken met dokter Aurora wees zij mij op een concept dat in het oor als het ware het hele lichaam is terug te vinden. Elk gedeelte van het oor correspondeert met een bepaald deel van het lichaam en last van dit lichaamsdeel kan behandeld worden via het oor. Zij had het voornamelijk ontleend aan de Chinese accupunctuur, maar vertelde dat het ook in lokale tradities voorkwam. In eerste instantie had ik deze notie links laten liggen. Om sturing te vermijden had ik er niet bij mijn informanten naar gevraagd tot ik op een gegeven moment een gesprek had met Don Vinciente. Hij vertelde me dat ik voor kennis over genezen bij zijn vrouw Doña Helena moest zijn.Zij zou me alles kunnen vertellen over planten en over … de oren. Helaas heb ik door praktische oorzaken het er nooit meer met haar over kunnen hebben.

Doña Brigida kende ook het concept van de oren. Zij omschreef het als volgt:

Ja, dat ken ik wel. Volgens mij is het dat in de oren alle aders samenkomen en als je dan de oren masseert kan dat helpen voor verschillende plaatsen op je lichaam.

Het is niet duidelijk in hoeverre deze concepten voortkomen uit een lokale traditie of dat ze het gevolg zijn van de uitwisseling van ideeën.

3. Behandelingsalternatieven


Schema 1: behandelingsalternatieven

Huiselijk

De meest gebruikte methode om een ziekte tegen te gaan, is zelfbehandeling. Young refereert hiermee naar hetbehandelen van de ziekte of kwaal door de patiënt zelf of door een lid van het huishouden. Hierbij wordt in elk geval geen gebruik gemaakt van een gespecialiseerde genezer (Young & Garro 1994: 202, n1). Ik zou deze definitie graag oprekken met ook direct betrokken familie of bekenden. Veel mensen hebben kennis van de verschillende medicijnen, zowel de traditionele alsde moderne industrieel vervaardigde. Onder het kopje Kennis van de planten en geneeswijzen zal ik in de volgende paragraaf hier verder op ingaan.

Reguliere geneeskunde

De meest in het oogspringende medische voorziening in Pichátaro is de kliniek, vlakbij het centrale dorpsplein. Hier werken twee artsen en een zuster. Bij binnenkomst is er een wachtkamer die uitkomt op twee behandelkamers. In een interview met een van de artsen, die hier tijdelijk was vanwege haar opleiding, kwam naar voren dat zij het idee had dat de mensen hier allemaal hun eigen `kruidenprutjes´ gebruikten en alleen maar naar traditionele genezers gingen. Toch zit de wachtkamer over het algemeen aardig vol. De prijzen in de kliniek lopen uiteen van 6 peso voor een algemeen consult tot 130 peso voor een `normale´ bevalling.

De zuster van de kliniek heeft een paar straten verderop nog een eigen apotheek waar mensen medicijnen kunnen kopen. Ze gaf ze dan vaak advies, soms ook om een natuurlijk middel te gebruiken, wat ze zelf ook met enige regelmaat deed. Buiten de kliniek zijn er ook nog twee reguliere artsen in Pichátaro, die allebei een privé kliniek hebben.

Voor een uitgebreidere medische behandeling kunnen de Pichatareños naar Pátzcuaro. Hier is een ziekenhuis, verschillende doktoren, een opvallende aantal tandartsen en uitgebreidere apotheken. Sporadisch wordt iemand naar een ziekenhuis in Morelia gebracht.

Op de televisie, die langzamerhand steeds minder luxe wordt, zijn vaak reclames te zien over allerlei gezondheidskwesties. Soms zijn dit voorlichtende overheidsfilmpjes, vaak echter commerciële instellingen die proberen hun producten te slijten. Dit geeft aan dat een groot deel van de gezondheidszorg via de private in plaats van de publieke sector gaat. Ook vaak in bussen of op markten bieden verschillende kooplieden medische producten aan. Eenmaal kwam er zelfs een auto met luidspreker door Pichátaro gereden om een bepaald `wondermiddel´ aan te prijzen.

Traditionele genezers

In Pichátaro wordt veel gebruik gemaakt van traditionele genezers. Hieronder versta ik niet zozeer personen die enkel de oude geneeswijzen gebruiken, maar eerder personen die vanuit een basis van traditionele kennis die ze vaak via familie hebben doorgekregen hun huidige geneeswijzen ten uitvoer brengen. Grofweg kun je de traditionele genezers in twee categorieën onderverdelen: de curanderos en de brujos, die ik hier achtereenvolgens zal behandelen.

Het is moeilijk een idee te krijgen van het aantal curanderos. De scheidslijn is soms ook moeilijk te trekken. Pichatereños verwijzen vaak naar hen als `zij die weten´. Vaak wordt ook familiebv of een kennis ingeschakeld. Je zou kunnen spreken van een curandero op het moment dat degene structureel wordt geraadpleegd door personen die niet tot de directe familie en of vriendenkring behoren en/of als er op structurele wijze een vorm van vergoeding wordt verstrekt die direct gerelateerd is aan de bewezen dienst. Het is voor geen van de curanderos die ik heb ontmoet de enige en over het algemeen ook niet de belangrijkste inkomstenbron. Het wordt gecombineerd met bijvoorbeeld de exploitatie van een winkeltje (Domingo), het verkopen van groente of fruit (Brigida) of iets in die trant.

Het begrip brujo zou je kunnen vertalen met heks (bruja) of magiër, maar ook met sjamaan of medicijnman. De werkelijke definitie ligt naar mijn idee ergens in het midden. Ze houden zich naast het genezen van goede ziektes met “gewone” medicijnen ook bezig met magie. Zo kunnen slechte ziektes genezen en `betoveringen´ van andere brujo´s ongedaan maken. In het dorp staan enkele mensen bekend als brujo. Een daarvan was Domingo, die als een brujo blanco werd gezien. Een andere was Doña Kuka. Een van de karakteristieke geneeswijzen van een brujo is een limpia waarbij het lichaam en de geest schoongemaakt worden van kwade invloed. Deze geneeswijze zal verder besproken worden in de volgende paragraaf. Een belangrijk bolwerk van brujo´s zou zich in Cherán bevinden (Zie kaartje blz. 13)

Naast curanderos en brujos zijn er ook nog enkele vroedvrouwen die op meer traditionele wijze aanstaande moeders bij de bevalling helpen. In elk geval een van hen had hiervoor ook enkele officiële diploma´s gehaald en werkte daarin ook samen met de kliniek.


Curanderos


Figuur 5: Doña Brigida laat enkele van haar planten zien

Doña Brigida

Ze heeft veertig jaar in Mexico-stad gewoond bij een van haar kinderen, maar wilde toch weer terugkeren naar Pichátaro. Ze leeft met haar meer dan negentig jaar oude moeder die vrijwel doof is en nauwelijks meer in staat te communiceren, maar nog steeds erg goed praktische zaken kan doen. Overdag is ze vaak weg om fruit of groente op een markt op de omgeving te verkopen. Als ik met mensen op straat over las plantas medicinales sprak werd haar naaam vaak als eerste genoemd.

Doña Helena

Haar moeder was een zeer gerespecteerde curandera, die ook de kaft van het boek van Young & Garro siert. Mede daardoor wordt zij hoog aangeschreven, ook door collega´s zoals Doña Brigida. Ze lijdt zelf aan reuma en heeft hiertegen geen medicijn kunnen vinden.

Uiteindelijk heb ik haar maar een maal echt kunnen interviewen. Telkens als ik weer aan de deur kwam werd er gezegd dat ze er niet was. Uit andere bronnen hoorde ik dat ze vanwege haar reuma vrijwel nooit buitenshuis ging. Misschien was ze toch bang dat de informatie die ze mij verstrekte zou worden misbruikt.


Figuur 6: Don Domingo in zijn huis

Don Domingo

Een van mijn belangrijkste informanten is Domingo. Hij woont ergens aan de rand van het dorp in een huis met een winkeltje waar hij frisdrank, bier en kruidenierswaren verkoopt.

Hij is de enige mannelijke curandero van het dorp. Deze uitzonderingspositie staat niet in de weg dat hij onder veel mensen aanzien bezit en ook vaak wordt geraadpleegd. Een illustratie daarvan is dat hij de enige is bij wie een aantal gesprekken werden onderbroken doordat er iemand voor een consult kwam.

Domingo wordt ook gezien als een brujo. `Mijn familie´ sprak over hem als eenbrujo blanco. De jongste zoon, Rodolfo, ging regelmatig bij hem op consult. Al werd er vaag over gedaan waarvoor precies, het was wel duidelijk dat dit iets met deze magie te maken had.

“Ik weet veel medicijnen, en ik kan niet schrijven en niet lezen. Een groot hoofd, zo voelt het voor me. Ze brengen hier zieken, dagelijks. Van ver komen ze hier en daarom ben ik hier de hele dag.”

Doña Kuka

Zij werd ook gezien als een bruja. Toen haar man een keer ernstig ziek was heeft ze hem in een klein hokje gestopt en daar een vuurtje gestookt van allerlei verschillende planten, een oude schoen en een paar lokken van zijn eigen haar. Op deze manier zou ze hem van een gewisse dood hebben gered. Uiteindelijk is de man alsnog op negentig jarige leeftijd overleden en inmiddels is ze weer hertrouwd.


Figuur 7: Met Doña Kuka in haar kruidentuin

4. Geneeswijzen

Kennis van de planten en geneeswijzen

Met redelijke zekerheid durf ik te stellen dat alle inwoners van Pichátaro enige kennis hebben wat betreft de traditionele geneeswijzen. Voor sommige zijn het eigenlijk alleen nog herinneringen aan hoe het ooit zou zijn gedaan en voor anderen vormt het nog een vitaal onderdeel van hun dagelijks bestaan. Het is over het algemeen te stellen dat de oudere mensen meer kennis hadden van de verschillende geneeswijzen. Vaak benadrukten de informanten ook dat er vroeger meer kennis was, maar dat deze verloren is gegaan. Waarschijnlijk zit hier een kern van waarheid in, maar het is zeker niet zo dat de kennis in zijn geheel aan het verdwijnen is. Ik zou het eerder formuleren dat de kennis aan het veranderen is Het gaat echter te ver om te stellen dat de kennis aan het verdwijnen is. Het verbaasde mij hoeveel de jongeren vaak nog wisten. Hun kennis was vaak wel iets passiever. Van sommige planten wisten dat het op een bepaalde manier gebruikt werd of zou kunnen worden gebruikt, maar hadden ze het nooit zelf gebruikt.

Buiten het verschil in leeftijd is er ook goed een onderscheid tussen de kennis van geneeswijzen bij vrouwelijke en mannelijke inwoners te maken. Ook in de kennis van de planten is er een duidelijk verschil merkbaar in het mannelijk en vrouwelijk domein. De mannen hebben over het algemeen meer kennis van het landelijke domein, en daarmee van de wildere planten. Toen ik met de mannen van de familie een keer mee ging om hout te hakken, wisten ze me van alles te vertellen over de planten en bomen aldaar. Dit heeft een praktische verklaring. Vaak lagen de werkvelden vrij ver van het dorp en als zich dus een bepaalde acute kwaal of pijn voordeed dan werd daar in de buurt iets voor gezocht. De vrouwen daarentegen weten veel meer over de planten die op hun erf staan. Vrijwel elk huishouden heeft zijn eigen kruidenvoorraad en over het algemeen waren het de vrouwen die dat bijhouden en de plantennamen hiervan kennen.

Er is verder een duidelijk verschil tussen de kennis van curanderos en de `gewone´ man. Aan de ene kant zijn de medicijnen van curanderos vaak veel complexer zijn, terwijl in huiselijke kring vaak meer simpele medicijnen — zoals thee van een bepaalde plant- worden bereid. Verder gebruikt een curandero over het algemeen een groter arsenaal en bovendien minder bekende planten of andere bestanddelen.

Gebruikte producten

Een van de meest opvallende conclusies die ik kan trekken uit de verzamelde data is het groot aantal niet-plantaardige producten wat wordt toegepast om de verschillende kwalen te bestrijden. In de meeste studies die ik heb gelezen krijgt dit gegeven weinig aandacht. Misschien dat hierbij een rol speelt dat veel van deze studies door botanici zijn gedaan en aangezien zij bijvoorbeeld Coca cola niet in hun classificaties kwijt kunnen worden producten van niet-plantaardige aard buiten beschouwing gelaten. Op deze wijze krijgen we dus een beperkt beeld van welke middelen gebruikt worden om medicijnen te maken en het lijkt erop dat dit `botanisch paradigma´ een grote invloed heeft op het onderzoek naar lokale geneeskunde.

Uit de vele gesprekken komt naar voren dat zaken als zout, nootmuskaat, de lebmaag van een hert en iemands eigen urine gebruikt worden of werden in verschillende toepassingen. Maar ook bijvoorbeeld aarde zou door mannen op het land gebruikt worden voor bepaalde kwalen en in gesprekken met Doctora Aurora kwam naar voren dat in de regio ook van menselijke uitwerpselen bepaalde (uitwendige) medicijnen bereidt zouden kunnen worden.

Ondanks al deze verschillende producten worden (onderdelen van) planten verreweg het meeste gebruikt. Uiteindelijk heb ik, in dit uiterst beperkte onderzoek, tachtig plantennamen genoteerd die op enigerlei wijze voor een medicinale toepassing worden gebruikt. Een selectie hiervan is te vinden in bijlage 3. Ter illustratie zal ik de toepassing van twee planten hier kort bespreken. Een heel vaak gebruikte plant is de manzanilla, kamille. Deze in Nederland ook niet onbekende plant wordt voor verschillende zaken ingezet. Het wordt met name gebruikt om kolieken te bestrijden. Een andere veelvuldig toegepaste plant is arnica, met haar vaak wat oranjeachtige bloemen, wordt deze gebruikt tegen kneuzingen, maar zweren, tumoren en reuma worden er mee bestreden. Deze twee planten worden duidelijk ook gebruikt in het huiselijke domein en toepassingen behoren tot de algemene kennis van de Pichatareños.

Het is mij niet gelukt van alle planten te achterhalen of zij inheems zijn in het gebied of dat ze van buiten zijn geïmporteerd. Het is duidelijk dat de invasie van de Spanjaarden grote ecologische gevolgen heeft gehad voor het gebied.

In die tijd zullen er dus een groot aantal bij Pichátaro en omstreken terecht zijn gekomen. Van andere planten en producten is het duidelijk dat ze pas later zijn komen `aanwaaien´. Tot deze categorie behoren ook de zaken die gekocht worden in plaats van zelf gevonden. Zo zijn daar bijvoorbeeld specerijen als kaneel (canela) en nootmuskaat (nuez moscada), planten zoalspalo de gato uit Peru en westerse producten zoals cola.


Een indicatie voor het al dan niet inheems zijn is het wel of niet bestaan van een afwijkende naam in het Purépecha. Het is mijn aanname dat de planten die een duidelijke afwijkende naam in het Purépecha hebben al in het gebied voorkwamen voor de Spaanse inquisitie. Behalve in die gevallen waar de `gebruikte naam´ is afgeleid van het Purépecha. Té de nurite is hier volgens mij een voorbeeld van.

Bereiding van medicijnen


Schema 2: medicijnen

In deze paragraaf een indruk van de verschillende bereidingswijzen van de medicijnen. In bijlage 2 wordt een gedetailleerdere omschrijving gegeven van een aantal van deze medicijnen, in deze paragraaf zal ik de medicijnen in algemene termen behandelen.

De medicijnen van de Pichatareños zijn grofweg in te delen in huiselijk en institutioneel vervaardigd (zie schema 2). Vanzelfsprekend zal ik mij hier richten op de huiselijk vervaardigde. Zoals in de vorige paragraaf al naar voren is gekomen, zijn de gebruikte bestanddelen hierbij zowel chemisch als natuurlijk. Zoals er een grote diversiteit is in de gebruikte bestanddelen, is er ook een grote variatie in de wijze waarop deze bestanddelen tot medicijn worden gevormd. De meest gebruikte bereiding is die waarin van een of enkele planten thee wordt getrokken. Over het algemeen gebeurd dit door plant(en) enige tijd met het water te laten koken. Een andere bereidingsmethode is de planten in alcohol laten trekken.

Enkele van deze bereidingswijzen zijn zowel voor uitwendig als inwendig gebruik, zoals het aftreksel van planten in water en alcohol. Andere uitwendige medicijnen hebben een meer specifieke bereiding. Doña Brigida maakt bijvoorbeeld zalven door het toevoegen van vaseline. Zij was de enige die een medicijn in de vorm van een Sherry maakte, maar misschien dat dat gezien kan worden als een variant van het bereiden met alcohol. Vaak worden planten of andere producten ook puur gebruikt, dit vind men met name op het land, waar de mogelijkheden tot bereiding beperkt zijn. Zo kan men kauwen op een hars of een plant over een bepaald lichaamsdeel wrijven.

Er zijn verschillende vormen van limpia´s, reinigingen. Sommige zijn alleen spiritueel van aard, andere zijn zowel geestelijk als lichamelijk, terwijl sommige alleen fysiek zijn. Doña Brigida gebruikt ze tegen verschillende kwalen, waaronder baarmoederkanker, een vaginale limpia. Bij een limpia wordt over het algemeen een aftreksel van aantal planten en eventueel enkele andere bestanddelen gebruikt. Bij een fysieke limpia wordt een bepaald lichaamsdeel hiermee ingesmeerd. Ook kan het hele lichaam ingesmeerd worden of de limpia wordt uitgevoerd door een stoombad. Bij een spirituele limpia wordt het lichaam besprenkeld met een stof of wordt op andere wijze de spirituele reiniging fysiek vormgegeven. Hierbij worden dan hogere machten, in de vorm van God, de Heilige Maagd Maria of een andere heilige aangeroepen. Ook bij een reguliere genezing kan dit overigens gebeuren. Voor velen kan niks gebeuren zonder de macht van God en zal er zonder zijn hulp geen genezing worden volbracht.

Tot zover de bespreking van de verschillende preparaties van medicijnen. In de volgende paragraaf zal ik kort recapituleren wat in de afgelopen pagina’s is uiteengezet.

5. Afsluitend

In de afgelopen pagina´s heb ik geprobeerd een beeld te schetsen van het dorp Pichátaro en hoe haar inwoners lokale geneeswijzen toepassen, naar aanleiding van het exploratieveonderzoek wat ik in de zomer van 1999 heb uitgevoerd.

In Pichátaro zijn er verschillende keuzeopties wat betreft het bestrijden van ziektes. Deze alternatieven kunnen opgesplitst worden in huiselijk of uitgevoerd door specialisten. Binnen deze laatste categorie is dan nog het onderscheid te maken tussen traditioneel of regulier. Traditionele genezers worden aangeduid met curandero of als zij zich ook met magische aangelegenheden bezig houden brujo. Het spectrum van de door mij onderzochte geneeswijzen bevat zowel de praktijk van de traditionele genezers als dat van de huiselijke kring, wat ik heb gevat in de term `lokale geneeswijzen´.

Binnen deze lokale geneeswijzen is een heel arsenaal medicijnen wat wordt gebruikt, waarbij opvalt dat zowel moderne als meer traditionele kennis worden gecombineerd. Voor een gedeelte hiermee samenhangend wordt een grote variëteit aan soorten bestanddelen gebruikt. Variërend van industrieel vervaardigde medicijnen tot de eigen urine, van een grote hoeveelheid zelf verzamelde lokale planten tot allerlei gekochte producten.

Zoals gezegd was dit onderzoek gezien de geringe omvang exploratief van karakter en kan zeker een aanknopingspuntvormen voor verder onderzoek. In mijn beperkte onderzoek ben ik heel kennis tegengekomen die ik in geen enkel boek heb terug kunnen vinden en in het algemeen is de wetenschappelijke studie van medicijnen bij de Purépecha te beschouwen als ondergewaardeerd. Het lijkt mij hierbij van belang om ..

6. Noten

Persoonlijke noot: De onderzoeker in het veld


Figuur 11: Lol met Julian en Rodolfo

Als “wetenschappelijk onderzoeker” doe ik eigenlijk hetzelfde als degene die ik bestudeer: betekenis geven. Alleen heb ik het idee met mijn betekenisgeving iets te kunnen zeggen over de manier waarop zij betekenis geven. Tot mijn vreugde zag een groot deel van mijn informanten een bepaalde relevantie in mijn onderzoek, wat vast niet voor alle antropologische onderzoeken geldt. Wat dat betreft heb ik bewondering voor David Polak, mijn `voorganger´ in Pichátaro die zich met een heikel onderwerp als afval bezig te houden. Maar voor de meeste mensen die ik sprak waren las plantas medicinales iets wat direct aansloot bij hun belevingswereld, waar ze over het algemeen graag iets wilden vertellen en waar ze zich ook van voor konden stellen dat iemand er onderzoek naar deed. Er was dus zeker een welwillendheid om mij te helpen bij het uitvoeren van mijn onderzoek, maar dat had ook een keerzijde. In de meeste gevallen werden er ook allerlei conclusies aan verbonden waarom en vaak ook hoe ik dat onderzoek zou moeten doen. Het is namelijk wel goed begrijpbaar dat ik onderzoek deed naar het gebruik van medicinale planten, maar dat ik dat niet deed om de kennis zelf toe te gaan passen, maar puur om het te registreren dat ging er maar moeilijk in. Voor de meeste ging het erom dat ik de goede medicijnen kreeg. Vooral de curanderos die ik gesproeken heb vonden het een misstap als ik sprak met gewone mensen of niet zo hoog aangeschreven genezers.

Het was moeilijk vertrouwen te krijgen. De informanten beschouwde me vaak in eerste instantie als iemand die hun kennis kwam stelen. En uiteindelijk doe je dat ook een beetje. In veel gevallen dachten ze dat ik een dokter was en dat ik de kennis voor mijn eigen praktijk zou willen gebruiken

Nut

Als onderzoeker is het altijd een lastige vraag om te kijken wat voor nut werk en verblijf heeft. Vanuit wetenschappelijk oogpunt is er altijd wel iets moois van te maken, zoals ik gepoogd heb aan te tonen in de inleiding, maar een veel prangender vraag is of er ook nut is voor degenen die je onderzoekt. En om eerlijk te zijn: ik weet het niet. Mocht het er al zijn dan ligt het subtiele waarden als aandacht geven aan deze omgeving, het als het ware op de kaart zetten en wat ik toch niet helemaal onbelangrijk acht een stuk zelfbewustzijn. Het feit dat iemand onderzoek doet beïnvloed de onderzochte en hoewel dit in de meeste gevallen juist een negatief aspect is, is er naar mijn idee…..

Bovendien had ik toch, zonder al te romantisch te willen worden, het idee een stukje verdwijnende kennis vast te leggen. Zoals zal blijken uit de rest van het verslag is er in de loop van de tijd inderdaad kennis verloren gegaan en is dit proces nog steeds aan de gang. Hoe futiel ook, is mijn verslag een vastlegging van een stukje aanwezige kennis, die misschien wel zou kunnen verdwijnen. Want meer dan dat is het vooralsnog niet, de toekomst moet nog uitwijzen of dit proces van “verdwijnende kennis” doorgaat.

Een misschien belangrijkere bijdrage die mijn onderzoek geleverd heb, ligt niet zo zeer in wat ik gedaan heb als wel in het effect wat mijn aanwezigheid in het veld te weeg heeft gebracht. Het idee dat er een onderzoeker van de ander kant van de wereld komt — van een plek waar ze vaak nog nooit van gehoord hebben, laat staan dat ze weten waar het ligt — om bij hun onderzoek te doen naar de kennis over medicinale planten, heeft naar mijn idee zeker een effect op hoe zijzelf hun geneeswijzen zien. Hoewel zeker niet algemeen geldend is hier en daar toch wel het idee aanwezig dat industriële medicijnen beter zijn en het feit dat een representant van de industriële samenleving onderzoek komt doen naar het gebruik van hun planten geeft toch te denken.

Weerschijn

Wat voor mij belangrijk is als mens, en wat ook broodnodig is bij een veldwerk, is zelfreflectie. Terugkijkend op de periode zijn er een aantal zaken waar ik veel van geleerd heb. Tijdens je onderzoek denk je vrijwel continu na over je eigen functioneren en ook als je weer het veld verlaat blijf je nadenken over wat je hebt gedaan: of dat nu wel het goede is geweest of dat toch… Als ik nu terugkijk denk ik me misschien wel te veel heb willen aanpassen. Ik wilde te graag deel uitmaken van de gemeenschap en een van hun worden. Je kan iemand het best begrijpen als jij en zij het idee het idee hebben dat je deel bent van de groep. In dit na te streven ben ik misschien wel te veel aan mezelf voorbij gelopen. Ik heb me te veel laten lijden door hun sociale werkelijkheid en niet door mijn persoonlijkheid (alhoewel dat gegeven op dat moment natuurlijk onherroepelijk deel uit maakte van mijn persoonlijkheid). Als ik heel streng ben voor mezelf zie ik dat als een soort verraad, waarin ik niet mezelf aan hun heb willen laten zien. Voor mijn volgende veldwerk is dit een punt waar ik goed op zal letten. Hoe waardevol de vaardigheid van het aanpassen ook kan zijn, als veldwerker moet je dicht bij je zelf blijven staan. Dat is een verantwoordelijkheid die je hebt naar jezelf, maar zeker net zo hard naar je onderzoeksgroep.

Woord van dank

Voor u ligt het verslag van een onderzoek wat in de zomer van 1999 heb uitgevoerd. Het is de uitkomst van een proces dat ik soms moeizaam, maar in alle facetten als buitengewoon leerzaam heb ervaren. De alle aandacht opslokkende vaardigheid van het onderzoek doen, de ervaring van het veldwerk doen, de eenzaamheid en blokkades tijdens het schrijven.

Het is slechts met de hulp van een heel leger aan mensen dat dit er verslag er in deze vorm is kunnen komen. Allereerst wil ik Narciso Barrera bedanken, zonder wie dit onderzoek nooit zou hebben plaatsgehad. Naast je te bedanken voor de mogelijkheid die je me gegeven hebt en begeleiding als wel de eigen verantwoordelijkheid die je me gegund hebt, wil ik je vooral bedanken voor de positieve, belangeloze inzet die je me hebt laten zien en die ik als voorbeeld met me mee zal dragen.

Hiernaast gaat mijn dank met name uit naar de gemeenschap van de inwoners van Pichátaro. Hoeveel anderen ook hebben bijgedragen aan dit werk, zonder jullie zouden dit slechts lege bladzijden zijn. De vele informanten, en in het bijzonder don Domingo en doña Brigida, de mensen op straat en de gemeentelijke instanties ben ik zeer erkentelijk.Ook velen buiten het directe veld hebben mij geholpen en geïnspireerd. De mensen van Cese, vooral Lalo en Jorge Odenthal, zijn van groot belang geweest voor de nodige feedback op mijn werk. De meeste dankbaarheid zend ik echter richting de familie Telles Corona. Naast wat ze allemaal voor mijn onderzoek hebben betekend wil ik ze vooral bedanken voor het gevoel van een thuis zo ver van de plek waar ik dat gewoon was te voelen. Julian, Marisella, Pablo, Albana, Letty, Rodolfo, Chatta en de kleine Julie hebben een warm plekje in mijn hart veroverd.

Eindelijk krijg ik ook de kans, na ettelijke malen zelf genoemd te zijn in hun onderzoeksverslagen, om mijn directe omgeving in Utrecht te bedanken. Nu ik het pand aan de Croeselaan ga verlaten is het met extra veel warmte dat ik hier aan terug denk. Om te beginnen natuurlijk mijn sociale basis van de afgelopen jaren — hoe moet dat zonder jullie? — David en Martin. Dank is een te klein woord. Hopelijk is mijn vertrek geen einde, maar en nieuw begin. Antropia lives on. Inmiddels toch ook deel van die basis is Marco, je bent als geen ander subtiel maar vasthoudend blijven informeren naar de vorderingen van dit verslag. Dank, in meerdere opzichten, voor het scherp houden. Twee personen van wie ik in de afgelopen jaren ook veel steun heb gehad wil ik zeker niet ongenoemd laten. Hoewel door verschillende omstandigheden in de laatste periode minder intensief mogen jullie namen, Annemieke en Margreet, niet ontbreken.

De levendigheid in huis in de laatste fase heeft me erg geïnspireerd. Het verblijf van Cherryl en Monique vormden voor mij een frisse wind. Ook Liza droeg hier aan bij, het samen werken was niet alleen zeer aangenaam, maar ook absoluut bevorderlijk voor het werk en de gesprekken vaak louterend voor het hart. Het collectief van het Mexico-clubje, Narciso, Martijn, Liza en David heeft belangwekkend bijgedragen aan het “denken en doen” van dit verslag.

Een speciale dankbaarheid voel ik voor Anne. We hebben samen in en buiten Pichátaro een heel intense tijd beleefd, die ik als een dierbare herinnering koester.

Dan, niet te vergeten, mijn ouders die me vanaf het prille begin hebben ondersteund en bemoedigd, jullie enthousiasme en mee-leven hebben me in alle fases gesterkt. Natuurlijk wil ik Wim Hoogbergen bedanken, mijn begeleider van de Universiteit van Utrecht. Hoewel bij een tweedejaars leeronderzoek de begeleiding niet zo intensief is, heb ik de samenwerking als zeer prettig en opbouwend ervaren. De helderheid en het gezonde pragmatisme waarmee je de zaken benadert, zullen mij ook buiten mijn wetenschappelijke carrière zeker van nut zijn.

Buitengewone dank voor David, Ellen en Alma voor het kritisch doornemen van dit stuk. Zonder hen zou u geen idee waar hebben waar ik het over heb.

Als laatste bedank u, de lezer, voor het tot u nemen van deze tekst. Hoewel ik niet genoeg de bescheidenheid van dit werk kan benadrukken, hoop ik dat het op enigerlei wijze iets voor u kan betekenen.

Resumen en español

Así curo yo: Los metodos curativos locales en Pichátaro, un pueblo Mexicano.

Un investigacion explorativo que es parte de los estudios de antropologio de Unversidad de Utrecht, Los Payes Bajos.

Este es un reporte de la investicacion hecho por mi sobre el uso de los metodos curativos locales local en Pichátaro, un pueblo en la Tierra Fria de Michoacán, México. La investegicion es hecho en el verano 1999.

La gente de Pichátaro son parte de grupo etnico de la Purépecha y todavia tienen caracteristicos de este grupa indigena. En el pueblo hay differentes optiones para mejorar la salud. Estos optiones se puede difidir en caseras y profesionales. En este ultima categoria se puede distingir además entre formas traditionales (curanderos) y regular (docteres).

Mi investication continía no solo lo que hacen los curanedros sí no los méthodos curativos caseras, lo que he llamado méthodos curativos locales.

Un grand quantidad de medicinas son usados como parte de estos métodos curativos locales. En estos méthodos se puede notar que sinquenta una combination de el conocimiento moderno yel conocimiento mas traditional. Para preparar los medicinas se usa un grand variadad de differentes typos de componentos. Estos componentos puede variar de medicinas industrialemente fabricadas hasta el propia orina de una persona, de plantes locales collectionados hasta productos comprados en una tienda.

El ultimo conclusion is que hay un grande variedad en los métodos curativos locales. No solo hay muchas plantas y otras cosas que usan, pero también en maneres para preparlo.

(Gracias a David, para ayudarme con la traducion)

Inhoud

Resumen en español5

Woord van dank. 7

Inleiding. 9

1. Pichátaro. 13

2. Gezondheid. 23

3. Behandelingsalternatieven. 27

4. Geneeswijzen. 33

5. Afsluitend. 39

6. Noten. 40

7. Literatuur41

Persoonlijke noot: De onderzoeker in het veld. 43

Bijlage 1: Leeswijzer Database. 47

Bijlage 2: Medicijnen. 48

Bijlage 3: Gebruikte planten. 60

Bijlage 4: Andere bestanddelen. 67

Lijst met figuren

Figuur 1: Kaartje van het Purépecha gebied. 13

Figuur 2: Kaartje Pichátaro. 14

Figuur 3: Een troje. 15

Figuur 4: Marisella en Albana “klappen” de tortillas.17

Figuur 5: Doña Brigida laat enkele van haar planten zien. 30

Figuur 6: Don Domingo in zijn huis. 31

Figuur 7: Met Doña Kuka in haar kruidentuin. 32

Figuur 8: Nogal, een walnotenboom.. 34

Figuur 9: Nopal, met een nieuwe loot die wordt gebruikt voor medicinale toepassingen. 34

Figuur 10: Het karkas van een stinkdier en de huid van een slang. 34

Figuur 11: Lol met Julian en Rodolfo. 43

Anekdotes

Koken. 18

Een ander wereld. 19

Koude cola. 24

Limpia.29

De zieke onderzoeker35

Originally published at antropia.net.

Plaats een reactie